Ook in Arthurs pass staat een voedselpakket voor ons klaar. We nemen een rustdag om de dingen te doen die je op een rustdag doet: de was, goed eten, blog bijwerken, slapen en de lokale bezienswaardigheden bekijken. De volgende etappe kost ‘maar’ 3 dagen. We lopen door tot aan de ‘Rakaia river’. Deze rivier kun je niet doorheen of overheen, maar je moet transport regelen om je om deze blokkade te brengen. Dat is nog niet eenvoudig omdat het allemaal erg afgelegen ligt. Je kunt niet bellen en er wonen nauwelijks mensen. Toch gokken we op een lift. We hebben geluk, de eerste auto die langs komt, waarvan de bestuurder de waterkrachtcentrale heeft gecontroleerd neemt ons mee. Na nog 2 liften zijn we razendsnel in Methven, een plaatsje met een winkel om ons eten weer aan te vullen. Het eerste wat we doen is een pizza eten. We verblijven er in een zogenaamde cabin (een soort trekkershut) die hier op iedere camping te vinden zijn.
Na 2 nachten in Methven gaan we weer verder. We regelen transport (ca €70) om ons op de route te brengen, het is ruim een uur rijden over een puinweg of wel gravelroad. Dit is overigens een heel gebruikelijke manier van wegverharding hier in NZ.
We bevinden ons direct weer in een heel ander landschap “farmland” zoals ze het hier noemen. Dat zijn geen weilanden zoals wij die in NL kennen.
Tot aan lake Tekapo komen we weer door heel veel water, soms moeten we hele stukken door de rivieren wandelen. We lopen dagen lang met kletsnatte schoenen en zijn verbaasd dat dit ons geen blaren bezorgt
De spannendste rivier is wel de ‘Bush stream’, want door deze snelstromende rivier moesten we soms tot ons middel. Meer dan gemiddeld spannend.
Ook in dit traject zit een rivier die niet te doorwaden is, de Rangitata. We gokken erop dat we hier ook liftend omheen kunnen komen. We hebben weer heel veel geluk, want binnen 3 uur weten we deze omleiding van 130 km af te leggen met behulp van 3 liften.